Training van de bovenlijn van het paard - deel 1; waarom?

Om je paard op juiste wijze te kunnen trainen is correct gebruik van de bovenlijn door middel van voorwaarts neerwaarts rijden een essentieel onderdeel van de training. Om de ruiter goed te kunnen dragen is het belangrijk dat het paard de rugspieren lang maakt, waardoor de rug zich opwaarts gaat welven. Dit gaat samen met het aanspannen van de buikspieren. Vaak hebben paarden met veel spanning in de rugspieren (hypertonie) slappe buikspieren (hypotonie).

 

Door slappe buikspieren zal het paard hol in de rug worden. Wanneer het paard het hoofd hoog houdt met een weggedrukte rug brengt dit spanning in het lichaam mee. De rugspieren worden strak en hard en de ruimte tussen de doornuitsteeksels van de wervels wordt kleiner of deze komen zelfs tegen elkaar aan.

 

Spanning in de bovenlijn heeft nadelige gevolgen voor de training en ontwikkeling van het paard. Het paard kan niet nageeflijk zijn en spant de onderhals, bewegingen worden korter en er kunnen taktfouten ontstaan, met mogelijk teugelkreupelheid en/of onregelmatigheid en algehele spanning tijdens de training als gevolg. Dit kan leiden tot (grote) lichamelijke ongemakken en blessures.

 

Door het paard voorwaarts neerwaarts te rijden komt de rug tot dragen. De rugspieren komen in deze houding op lengte en de ruimte tussen de wervels wordt groter.  Naast de lichamelijke ontspanning die deze houding met zich meebrengt zal het paard ook geestelijk ontspannen doordat het hoofd lager wordt gehouden.

 

Een sterke rug hangt samen met sterke buikspieren. Doordat de buikspieren voor een deel aan het heupbeen zijn aangehecht zal bij het aantrekken van de buikspieren het bekken automatisch gekanteld worden. Hierdoor kunnen de achterbenen verder onder het lichaam gezet worden en worden de rugspieren opgerekt, met als gevolg dat de rug zal welven (en het ruitergewicht dus beter gedragen kan worden). De rugspieren zijn verbonden aan de halswervels. Bij correct gebruik van de rugspieren zal de hals in de juiste positie komen en zal het paard nageeflijk worden. Nageeflijkheid ontvang je dus van het paard door het correct voorwaarts neerwaarts rijden.

 

Bij het voorwaarts neerwaarts rijden is het belangrijk dat het paard met voldoende impuls wordt gereden en de ruiterhand een luchtige verbinding maakt met het bit of de neusriem. De bovenlijn van het paard stretcht en de onderlijn wordt aangespannen, waardoor de rug tot dragen komt. Er zal meer buiging in de gewrichten in het achterbeen komen en het achterbeen kan verder ondergebracht worden, waardoor het dus meer gewicht zal dragen. Kortom, het paard wort sterker.

 

Hoe rijdt je het paard voorwaarts neerwaarts en wat zijn geschikte oefeningen? Hierover lees je meer in deel 2 met betrekking tot dit onderwerp. Dit zal volgende week op de website verschijnen.  



tekening2jpg