Fijngevoeligheid voor de hulpen

Iedere ruiter zal het prettig vinden wanneer het paard tijdens de training op kleine hulpen reageert. Dit zou ook het streven moeten zijn; zo klein mogelijke hulpen geven en daarop de gewenste reactie krijgen van het paard. Hoe subtieler de hulpen gegeven kunnen worden, hoe prettiger de samenwerking zal verlopen en hoe harmonieuzer het beeld er uit zal zien.

 

Maar hoe krijg je je paard goed alert voor je hulpen? Vaak zie je dat er wordt gekozen voor meer of scherpere hulpmiddelen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan hulpteugels, sporen, een strenger inwerkende neusriem, een scherper bit of bit met hefboom, etc. De ruiter ervaart dit als het geven van kleinere hulpen maar realiseert de ruiter zich wel dat de hulp niet kleiner bij het paard aankomt? Wanneer dezelfde beenhulp wordt gegeven zonder dat de ruiter een spoor draagt komt deze hulp minder “groot” aan dan wanneer de hulp wordt gegeven met spoor. De handeling die de ruiter verricht is dus kleiner geworden, maar de doorkomst van de hulp bij het paard is mogelijk zelfs groter geworden. Het paard wordt hierdoor dus niét fijner aan de hulpen. Veel ruiters staan hier niet bij stil.

 

Een ander voorbeeld is de keuze voor een bit dat scherper inwerkt. Gevoelsmatig kan de ruiter kleinere teugelhulpen geven want het paard reageert beter. Maar met een scherper bit wordt iedere hulp die de ruiter geeft groter dan met het bit dan minder scherp inwerkt. Op termijn zal er waarschijnlijk gewenning optreden bij het paard, hierdoor zal het niet meer zo goed op de teugelhulpen reageren als toen het nieuwe bit net werd gebruikt. Met andere woorden; de fijngevoeligheid voor de hulpen is juist minder goed geworden en de ruiter zal opnieuw grote(re) hulpen moet geven of kiezen voor een nog scherper inwerkend bit. Het tegenovergestelde effect van wat de ruiter voor ogen had is bereikt.

 

Realiseer je dus goed wat je doet voor je kiest voor hulpmiddelen en ga bewust om met de middelen die je gebruikt.  

 

Wanneer je wilt dat je paard op kleine hulpen reageert en je de hulpen steeds subtieler kunt geven is het heel belangrijk dat je duidelijk en consequent bent én het paard beloont wanneer het de gevraagde reactie geeft.

 

Als een paard bijvoorbeeld niet zo voorwaarts is zijn ruiters al snel geneigd veel aan te drijven. Continue beenhulpen geven zorgt er voor dat het paard afgestompt raakt voor de beenhulpen. Een paard leert door het te belonen. Belangrijk is hierbij dat de beloning wordt gegeven op het moment dat het paard de gewenste reactie geeft. Door de druk weg te halen (in het geval van dit voorbeeld dus het aandrijven) geef je al beloning. Ondersteun de beloning bijvoorbeeld door met je stem aan te geven dat het paard braaf is. 

 

Als je de druk van het drijven niet weghaalt op het moment dat het paard voorwaarts gaat leert het paard niet dat hij de juiste reactie heeft gegeven op je beenhulp. Het maakt tenslotte niet uit of het tempo wordt verhoogd; de beenhulp blijft aanwezig. Wees dus duidelijk en zorg dat je zelf een onafhankelijke en stabiele zit hebt. Pas zeker op met het gebruik van sporen wanneer je een onrustige beenligging hebt! Dus zodra het paard voorwaarts gaat op de beenhulp laat je je been ontspannen afhangen (niet afsteken).


Bij het gebruik van hulpmiddelen is het ook belangrijk na te gaan of de druk uberhaupt wel (voldoende) weggehaald kan worden wanneer het paard de gevraagde reactie geeft. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van hulpteugels of een scherp inwerkend bit.

Controleer jezelf ook of je wel de juiste hulpen geeft en of je niet (onbewust) tegenstrijdig bent met je hulpen. Wanneer je het paard bijvoorbeeld een voorwaartse beenhulp geeft is het belangrijk dat je ook daadwerkelijk de ruimte geeft om het paard naar voren te laten gaan, sta dus toe in je hand en ga mee in de voorwaartse beweging.

 

Wat tevens heel belangrijk is wanneer je je paard fijner aan de hulpen wilt krijgen, is dat je consequent bent. Als jij niet duidelijk bent kan het paard niet van je leren. Handel dus altijd hetzelfde, dit schept duidelijkheid voor het paard.

 

Wanneer het paard niet reageert op de hulp die je geeft dan geef je de hulp nogmaals maar dit keer duidelijker. Stel je geeft beenhulp om het paard actiever te laten stappen maar het paard draaft aan, straf dit dan niet af! Het paard reageert namelijk wel op je beenhulp alleen is de reactie dit keer groter dan gewenst. Beloon het paard dus en geef de volgende keer een kleinere hulp. Probeer je dus ook bewust te zijn van de intensiteit van de hulp die je geeft en voorkom dat je de hulp blijft herhalen zonder dat er reactie komt van het paard.

 

Realiseer je dat een paard heel gevoelig is, ook een paard dat niet zo vlot op hulpen reageert. Een paard voelt het al wanneer er een vlieg op zijn lijf zit. Het zal dus niet zo zijn dat hij je kleine hulp niet voelt, hij moet alleen leren wat de gewenste reactie is. Dit leert hij niet door continue de hulp te blijven herhalen maar door de hulp duidelijk te geven en direct te belonen wanneer hij er op reageert. In het voorbeeld van voorwaarts gaan op de beenhulp reageer je dus door je been af te laten hangen in plaats van aan te blijven drijven en ondersteun je de beloning met je stem.

 

Wees dus duidelijk en consequent en beloon het paard direct wanneer het reageert. Op deze manier kan het paard leren begrijpen wat er gevraagd wordt en daarop reageren. Met als gevolg een subtiele communicatie tussen ruiter en paard.

 

Lukt het je niet om je paard alert aan je hulpen te krijgen of ondervind je andere problemen tijdens de training? Plan dan eens een (proef)les in zodat ik je hierbij kan helpen.

 18c55b2e-b688-40cf-94e1-2038122dec16jpg